Periode 1895 – 1974

Wedstrijdbaan op het Abcoudermeer in de strenge winter van het seizoen 1962/1963
De Abcouder IJsclub heeft een lange, rijke historie. Aan de hand van de mondelinge verhalen en notulen van de vereniging, wordt onderstaand een poging gedaan het verleden te reconstrueren.
Burgemeester Doude van Troostwijk als schaatsvader van de Abcouder IJsclub
Op 15 januari 1895 werd den volke van Abcoude door de dorpsomroeper bij bekkenslag bekend gemaakt, dat de heer C.J. Doude van Troostwijk, burgemeester van Abcoude-Baambrugge (van 1893-1903) en Abcoude-Proostdij, allen die belang stelden in de oprichting van een ijsclub uitnodigde tot een voorlopige bespreking ’s avonds te 20.00 uur in café “De Wakende Haan”. Velen gaven aan deze uitnodiging gehoor. Het was wel laat in de tijd, maar met vereende krachten moest het mogelijk zijn om nog wat te bereiken. De contributie moest zo laag mogelijk gehouden worden, zodat niemand zich behoefde te laten afschrikken. Er moest een afgesloten ijsbaan aangelegd worden, die voor ieder toegankelijk was, zelfs voor mensen die geen contributie konden betalen. Na de rondvraag was ieder het eens met de voorstellen van de burgemeester en werd in principe tot de oprichting van de ijsclub besloten. Zo werd er onmiddellijk overgegaan tot de verkiezing van een bestuur. Als voorzitter werd burgemeester Doude van Troostwijk gekozen. Secretaris werd huisarts W.H. Koomans en penningmeester de heer W.H. Willems. Als leden van bestuur werden gekozen de heren D. Vermolen, C. Jongkind, J. Brouwer en W. Koekenbier. De jaarlijkse contributie werd gesteld op fl. 1,00 per seizoen. Het hoofddoel van de vereniging bestond uit het aanleggen van goed berijdbare banen, waardoor aan vele handen werk verschaft zou worden. De samenstelling van het reglement werd aan het bestuur overgelaten. Zo nodig zou men zich met het bestuur der vroegere Abcouder IJsclub in verbinding stellen, omtrent de eigendommen van deze opgeheven ijsclub. De leden van het bestuur droegen als kenteken een zilveren schaats met blauw en witte strik. De baancommissarissen droegen alleen een strik. Verder werd er besloten om op 5 februari 1895 met het vroegere bestuur een vergadering te beleggen en te bespreken of het mogelijk was om een groot ijsfeest te organiseren op het Abcoudermeer. De meerderheid was voor een hardrijderij met paard en arrenslede.

Arrensleewedstrijd op het Abcoudermeer met een van de prijswinnaars
Groot IJsfeest op het Abcoudermeer
Op 12 februari 1895 werd dat grote IJsfeest op het Abcoudermeer gehouden. Als prijzen waren er kunstschatten ingezet, o.a. een pendule en een gouden Willem III van fl. 10,00. Het moet in deze periode wel een strenge winter geweest zijn, als men met arrenslede op het Abcoudermeer reed.
Notulen worden goedgekeurd
Op 29 maart 1895 werden de eerste notulen goedgekeurd en het voorstel ter tafel gebracht om de eigendommen van de vroegere ijsclub over te nemen. Aan de rechthebbende werd fl. 1,00 uitgekeerd. Het overgenomen materiaal bestond uit zwierstokken, vlaggenstokken, vlaggen, touw en een ringsteekpaal. Er werd besloten om contact op te nemen met de KNSB en men bezocht de jaarvergadering daarvan te ’s-Hertogenbosch. Er waren daar meerdere ijsclubs aanwezig, zoals Kralingen, Groningen, ’s-Hertogenbosch, Zwolle, Abcoude, Loenen aan de Vecht, Amsterdam, Haarlem, Utrecht en Tilburg. De KNSB telde op deze vergadering 30 leden en 130 donateurs.
Eerste stap in de richting van samenwerking
De Abcouder IJsclub zocht contact met Ouderkerk aan de Amstel voor het uitzetten van banen. Dit was de eerste stap in de richting van samenwerking voor het organiseren van schaatstoertochten. Op 8 januari 1896 was er een vergadering in de voor deze gelegenheid prachtig versierde Kegelbaan van de Wakende Haan. Tevens was er een tentoonstelling van eigendommen van de Abcouder IJsclub. Voorts werd er op deze vergadering een feestcomité opgericht voor het geval het ging vriezen. Hierin werden gekozen; de heren A. Griffioen, Jac. V. Schaick, S. Brouwer, J. v.d. Berg, J. Koekenbier en B. v. Oostrom. Helaas liet de winter het afweten. Op 26 november 1896 werd er in de vergadering een brief voorgelezen die afkomstig was van Ouderkerk aan de Amstel met de vraag of de Abcouder IJsclub wilde bijdragen aan de kosten voor het plaatsen van een schot in de Waver bij de waterkering van het stoomgemaal. Dit om de stroming tegen te gaan zodat het ijs sneller sterk werd. De samenwerking kreeg steeds wat meer gestalte. Er werd een lijst van baanvegers samengesteld die voor een daggeld de banen moesten vegen. Er mocht maar één persoon uit één gezin werken voor dit daggeld.

IJstoerisme op de Angstel bij ‘t Meerhuis
KNSB Eindwedstrijd op het Abcoudermeer
Op 29 oktober 1897 is er een afgevaardigde van de KNSB op de vergadering aanwezig om de Abcouder IJsclub de voorkeur te geven de eindwedstrijd van de proefwedstrijden op het Abcoudermeer te organiseren. In het jaar 1898 is er heel wat vergaderd over deze KNSB wedstrijden. Hieruit blijkt dat het Abcoudermeer in die tijd al een belangrijke rol speelde in de schaatssport. Tevens werd er ook heel wat af vergaderd voor het organiseren van een ijsfeest ter gelegenheid van het tien jarig jubileum. De ‘oorspronkelijke’ Abcouder IJsclub bestond dus al in 1888. Dit blijkt ook wel uit de overleverings verhalen van het oud bestuurslid Nol Vermolen, de timmerman. Zijn vader vertelde hem dat bij de bouw van het Fort Abcoude de arbeiders uit Groningen en Friesland meededen aan wedstrijden op het Abcoudermeer. Er werd toen gereden voor spek en bonen. Deze arbeiders sliepen onder erbarmelijke omstandigheden in houten wagens die langs de Molenweg stonden. Voor deze KNSB Eindwedstrijd werd onder de plaatselijke aannemers een open inschrijving gehouden om een bestek te maken voor het benodigde voorgeschreven materiaal dat nodig was. Er was dan ook een keurig omschreven begroting waarin opgenomen wat er zoal nodig was in die tijd om een baan af te zetten. (Zo was er discussie over 1800 meter prikkeldraad ad fl. 40,00, 1600 meter gewoon draad ad fl. 25,00, 112 lange palen voor de buitenbaan ad fl. 112,00, 35 lange palen voor de binnenbaan fl. 35,00, 75 korte palen fl. 40,00, 25 lange palen fl. 25,00, 75 korte palen fl. 15,00, 500 meter touw en latten fl. 15,00, krammen fl. 5,00, arbeid 10 man á fl. 1,50 fl. 15,00, huur voor 50 vlaggenstokken fl. 10,00, bindtouw fl. 10,00, arbeidsloon fl. 75,00, landmeter fl. 10,00, politie fl. 15,00, advertentiekosten fl. 15,00, hartrijderstent fl. 40,00 en het drukken van de entreekaarten fl. 5,00. Totaal een bedrag van fl. 507,00. Dit was voor die tijd een grote uitgave voor het organiseren van deze KNSB Eindwedstrijden. Op de vergadering in 1899 hadden er vijf aannemers ingeschreven. Dit waren Joh. Rentink fl. 497,00, V de Vecht fl. 416,00, Wassink fl. 415,50, J. Leurs fl. 415,00 en Koster fl. 399,00. Op 26 oktober 1899 kreeg de secretaris de opdracht om aan de KNSB kenbaar te maken, dat alle leden van het bestuur in verband met de hoge kosten afzagen van het organiseren van de eindwedstrijden op het Abcoudermeer.

IJspret op het Abcoudermeer bij ‘t Meerhuis
Ook toen waren er periodes zonder beschaatsbaar ijs
Op de vergadering van 23 november 1900 telde de vereniging 127 leden en was er een batig saldo van fl. 342,25 in kas. Op 14 november 1901 werd besloten om bij sterk ijs een schot te plaatsen in het Gein. De notulen geven aan dat er geen beschaatsbaar ijs was in dat jaar. In 1903 bedankte burgemeester Doude van Troostwijk als voorzitter. Hij werd opgevolgd door burgemeester W.B. Sandberg en hiermee had de ijsclub weer een burgemeester als schaatsvader. In deze vergadering werd er ook gestemd of het wel zin had om aangesloten te blijven bij de KNSB. Het voorstel om afscheid te nemen werd met tien tegen zeven stemmen verworpen. In 1904 werden er twee handijsschaven aangeschaft. Deze zijn nog steeds in het bezit van de ijsclub.
Ministeriële vergunning om te mogen schaatsen op de Fortgracht
De fortgracht als onderdeel van de Stelling van Amsterdam had een militaire bestemming en de Abcouder IJsclub wilde bij sterk ijs daar graag gebruik van maken. In 1905 krijgt de Abcouder IJsclub een officiële ministeriële vergunning om te mogen schaatsen op de Fortgracht. De gelegerde soldaten op het Fort Abcoude hadden altijd een extra verzetje als er ijs was en deden mee aan wedstrijden op het Abcoudermeer. De verstandhouding was dus prima. Tot op dit moment maakt de ijsclub nog steeds gebruik van de fortgracht als ijsbaan, dat is inmiddels dus al 115 jaar.
Abcouder IJsclub sluit zich in 1908 aan bij de Stichtsche IJsbond
Door zich als ijsclub aan te sluiten bij de Stichtsche IJsbond,(opgericht in 1907 te Utrecht) kreeg men een betere aansluiting op de regio en werden een paar keer bondstochten georganiseerd. Ook probeerde men vaarverboden in te stellen, maar dat lukte niet erg. Enkele burgemeesters namen het zelfs op in de politieverordening. De Stichtse IJsbond heeft 15 jaar bestaan. In de ledenvergadering kwam de heer Lustenhouwer met de vraag of de ijsclub de baan wilde vegen van café De Vink tot aan de molen van Verdonk, hij was van mening dat dit stuk op het Gein niet goed verzorgd werd. De heer Jan Trouw vond dat het geld dat doordeweeks aan de baanvegers uitgegeven werd, weggegooid geld was. Maar wel was hij van mening dat de baan op zondag schoon moest zijn voor het schaatstoerisme. In 1912 bedankte burgemeester W.B. Sandberg als voorzitter. Dr. Moinat opende de vergadering als tijdelijke voorzitter. D. Vermolen, als spil van de Abcouder IJsclub, gaf te kennen dat hij 60 jaar was geworden en het bijltje erbij neergooide.

Winterbeeld van de Angstel ter hoogte van hetAmsterdams Koffiehuis
Abcouder IJsclub zit goed bij kas
In de algemene ledenvergadering van 1913 had de Abcouder IJsclub fl. 700,00 in kas en dat was voor die tijd een groot bedrag. De nieuwe voorzitter werd burgemeester Baron van Tuyll van Serooskerken en hiermee had de ijsclub weer een burgemeester als schaatsvader. Tijdens de vergadering gaven vele leden aan te willen bedanken voor het lidmaatschap van de Nederlandse Schaatsbond en de Stichtsche IJsbond (Men was het niet eens met het beleid).
Op 12 december 1916 heeft na een klacht van de Abcouder IJsclub, de directeur van de melkfabriek te Uithoorn zijn schippers opdracht gegeven, dat zij het Abcouderneer niet meer mochten doorkruisen. Zij moesten bij vriezend weer de kanten aanhouden om de melkfabriek die toen aan het Abcoudermeer lag te bereiken. In 1917 werd burgemeester de Beaufort gekozen tot voorzitter en was dit de vierde schaatsvader van de ijsclub.

Abcoude IJsbaan bij ‘t Meerhuis
1917 arrensleewedstrijden op het Abcoudermeer
Op 3 februari 1917 waren er arrensleewedstrijden op het Abcoudermeer en dit betekende dat het een strenge winter was. Over deze wedstrijden wordt er weinig vermeld in de notulen. In 1919 lag de ijsclub weer overhoop met de Nederlandse Schaatsbond. Met 6 stemmen voor en 4 tegen werd er uiteindelijk toch besloten om uit de bond te stappen, wel bleef men lid van de Stichtsche IJsbond. Op 7 december sprak de penningmeester zijn ongerustheid uit over de vele opzeggingen van leden. Dit kwam door de ijsloze winters in die periode. Een paar dagen na deze vergadering waren alle wateren bevroren, doch enkele dagen hierna weer ontdooid. De voorzitter stelde voor om enkele kerstkransen te verloten op de eerstvolgende ledenvergadering. Hij hoopte dat er op deze manier wat meer leden op de vergadering zouden komen. De heer Jan Trouw was een van de leden die als afgevaardigde naar de Stichtsche IJsbond ging. In 1921 waren er 12 personen op de ledenvergadering en won Jan Trouw de kerstkrans. In 1922 werd de heer G.J. Backer waarnemend voorzitter. De heer Jan Trouw deelde de vergadering mede dat de Stichtsche IJsbond was opgeheven, mede omdat de ijsbond van Utrecht ook was opgeheven. Het resterende saldo in kas werd overgeheveld naar het Hollands Noorderkwartier.

Koek en Zopie op het Abcoudermeer met rechts het oud bestuurslid Nol Vermolen
Abcouder IJsclub sluit zich aan bij de IJsbond Hollands Noorderkwartier
De heer Jan Trouw was een groot voorstander om aan te sluiten bij de IJsbond Hollands Noorderkwartier. Deze ijsbond was in 1895 opgericht. Op 31 januari 1924 was er een grote opkomst op de ledenvergadering. Enkele namen uit die tijd waren: W. Burger, J. Katee, N. Hoogenhout, G. van Riemsdijk, D. de Koning, Th. Moinat, Rosenkötter, Anderson, H. Sprey,
A. Gorlee, B.J. v.d. Kroon, A. van Eck, A. Prins, J.Klunder, J. Dieckmans, C en L. Kouw en J. Leurs. In totaal werd de vergadering door 34 personen bezocht. In kas was er fl. 283,00. Op deze vergadering bracht de voorzitter Dr. Koomans een voorstel ter tafel voor het organiseren van wedstrijden in het schoonrijden. Op de ledenvergadering uit 1926 werd Burgemeester C. Dedel tot voorzitter gekozen. Het voorstel kwam om een nieuwe ijschaaf te vervaardigen en volgens de materiaalmeester kon deze door paarden getrokken worden. Deze ijschaaf is ook nog steeds in het bezit van de ijslub. Een van de leden kwam met het idee om in de zomer een rolschaatsdag te organiseren, met na afloop dansen. Helaas viel dit gebeuren in het water. Bij goedgekeurd ijs werd er een blauw/witte vlag bij de zwemvereniging aan het Abcoudermeer en bij het Gein gehesen. De heer van Walbeek won op deze vergadering een ets. Ook werd er voor het eerst gesproken over een verlichte ijsbaan in de vorm van gaslampen. Op de vergadering van 10 december 1927 werd besloten om verbandtrommels aan te schaffen en deze werden geplaatst bij het Meerhuis en de Vink aan het Gein. Dit keer was de heer van Riemsdijk de winnaar van een ets. In 1928 won de heer Buis de ets.

Schaatsplezier op de Angstel aan de Voordijk
1929 was een zware winter
In april 1929 werd er na een strenge winter weer een vergadering gehouden. De heer J. Wouters kreeg hier als kampioen van Abcoude een medaille uitgereikt. Hij was als winnaar uit de bus gekomen vanwege het winnen van zware kampen tegen elkaar (wedstrijden op het ijs). Ook was er veel geld uitgegeven voor het schoonmaken van de ijsbanen. Het kassaldo was dan ook gedaald tot fl. 25,00 De heer M. Pander stelde voor om ronde banen op het Abcoudermeer te maken. De ets werd deze keer gewonnen door de heer Bocxen. Op de ledenvergadering in 1930 werd discussie gevoerd over de ‘schaatsrechten’ op het Abcoudermeer. Het grootste gedeelte van het water van het Abcoudermeer viel namelijk onder het beheer van de gemeente Amsterdam. Ook kwamen de bondswedstrijden aan de orde, de heer Jan Trouw werd districtsvoorzitter van de Vechtstreek en de heer Pander werd benoemd tot secretaris. Burgemeester Dedel won de ets die was aangeboden door de heer Kouw. Ook werd er gesproken over uitbreiding van de verlichting op de Fortgracht. In 1931 werd er veel vergaderd wat blijkt uit de diverse verslagen uit deze periode van de hand van de heer Pander. Er werd veel aandacht besteed aan de reddingsmiddelen voor op het ijs. De heer Bocxen was de ervaringsdeskundige op dit gebied, want hij was al eens een keer gered door middel van het reddingsmateriaal van de Abcouder IJsclub. Het kwam nogal eens voor dat men door het ijs zakte en Dr. Van Gortel (huisarts en bestuurslid) stelde voor om touwen aan te schaffen, zodat de redders deze om hun middel konden knopen. Een dagkaart op het ijs kostte in die tijd fl. 0,10.

Oud secretaris van het Angsteldistrict, Menno Pander met zijn moeder
Abcouder IJsclub gaat schaatsers uitzenden
In 1932 wordt er voor het eerst gesproken over het uitzenden van schaatsers om in Noord-Holland wedstrijden te rijden. De heer Bocxen zag er niet veel in, maar de heer Jan Trouw zag het wel zitten en er werden wat namen genoemd door het lid de heer Anderson. In aanmerking voor het vertegenwoordigen van de IJsclub kwamen de heren A. Kolenberg, J. Wouters en een van de jongens Albers woonachtig aan de Stokkelaarsbrug. Ook kwam het voorstel ter tafel om zich ook weer aan te sluiten bij de Schaatsbond.
Aanleg eerste landijsbaan
In de ledenvergadering van 1933 werd het voorstel gedaan om een veilige en gezellige landijsbaan aan te leggen op het land van Oostrom gelegen tussen de Koppeldijk en de Angstel, waar nu de wijk Angsteloord is gebouwd. In verband met de drukte bij wedstrijden zag de heer Kolenberg graag een politieman op de ijsbaan. Burgemeester Des Tombe werd tot voorzitter gekozen. Er was een prima winter geweest hetgeen bleek uit de hoge uitgaven over dit jaar van fl. 1.244,74. Daartegenover stond aan inkomsten fl. 1.232,21. Er was dus een tekort in de kas en er stond nog een rekening van de heer D. Vermolen (timmerman) open. De heer Jan Trouw gaf in deze vergadering een uiteenzetting over wat beroepsrijders zijn.
Eerste vrouw meldt zich aan om de algemene ledenvergadering te mogen bijwonen
In 1936 vroeg mevrouw Pape aan de voorzitter om de vergadering te mogen bijwonen. Dit in verband met een lichtbeeldpresentatie door de heer Jan Trouw over “IJsgenoegen en IJstoerisme”. De heer E. Post vertoonde een film over de feestweek van Abcoude uit 1936. De notulen van 1939 melden dat een baanveger fl. 0,40 per uur verdiende. Het eenmaal vegen van de banen voor het ijstoerisme kwam de ijsclub op fl. 75,00 en dat is 187,5 uur werk. In 1941 werd er een dam in de Holendrecht geslagen. Dit in verband met de aanleg van een nieuwe weg tussen Amsterdam en Utrecht (de A2). Over het uitgegraven gedeelte Voetangelweg voer een pontje. Het werk kwam stil te liggen in de Tweede Wereldoorlog.
De Tweede Wereldoorlog bracht de ijsclubs in de problemen
Tijdens de Bezettingsjaren moest op last van de Duitsers de titel ‘Koninklijke’ van de Koninklijke Nederlandse Schaats Bond (KNSB) worden geschrapt en werd de officiële benaming van de bond, pijnlijk genoeg, NSB. Dit werd door de vele ijsclub mensen niet in dank afgenomen. Men was van mening dat er meerdere clubs samengebracht moesten worden. Vinkeveen had in die tijd vier ijsclubs. Men dacht ook na over het organiseren van lange ijstochten en ook werd gediscussieerd over routes naar Amsterdam en Gouda. Abcoude kon daarin betrokken worden. Alleen de zondag was een probleem vanwege de zondagsrust. Volgens Dr. Van Gortel was er een groot gebrek aan EHBO’ers. In 1942 was de kaspositie erg slecht. Er was wel veel ijstoerisme, maar dit bracht weinig op, door de oorlogstijd. Op 22 januari was er een dorpentocht en het tekort liep op tot fl. 125,00. Er was veel verlies aan materiaal, het werd tot brandhout gehakt en opgestookt. Wel werd er gesproken over de mogelijkheid om muziek op de ijsbaan ten gehore te brengen. Op 27 januari 1942 vroor het 27,4 graden Celsius onder nul. Op het ijs is er in verband met de oorlog en de extreme kou niets te doen. In 1943 werden er leden te werk gesteld in Duitsland en de huur van de Fortgracht moest nu aan de Duitse instanties betaald worden. Men was hier fel op tegen en weigerde te betalen. In 1944 mocht er in verband met de bezetting door de Duitsers niet vergaderd worden. Er moest speciaal toestemming gevraagd worden en op de Fortgracht mocht niet geschaatst worden. Het was een strenge winter en tussen Abcoude en Ouderkerk aan de Amstel werd een ‘snerttocht’ georganiseerd (erwtensoep kon men nog wel maken in deze moeilijke oorlogstijd). De burgemeester deed hier ook aan mee. Ook de wedstrijden onder de leden liepen terug door gebrek aan deelnemers en de bestuursleden moesten de leeggevallen plaatsen opvullen. Uit de overleveringsverhalen van de heer Nol Vermolen blijkt dat de vergaderingen van de Abcouder IJsclub ondergrondse vergaderingen waren geworden.
De Abcouder IJsclub krabbelt na de bevrijding weer op
Op 21 december 1945 was er weer een eerste openbare ledenvergadering na de bevrijding. Zoals uit de notulen valt op te maken, heeft het nooit lekker geboterd tussen de Abcouder IJsclub en de Schaatsbond. Er werd gepraat over een kliek en dictators van de Schaatsbond. Dit kwam vooral in de oorlogsjaren tot uiting. Zoals zo mooi omschreven, ‘lieten de trouwe ijsminnende vaderlanders zich niet gebruiken door deze lieden’. De ijsclubs waren van mening nu de voorzitter van de bond was overleden, er nieuw leven in de KNSB geblazen moest worden (het beleid was na de oorlog verandert bij de KNSB). Inmiddels was er ook een probleem ontstaan over de ‘tenters’ (koek en zopiehouders), deze lieden kochten gebruikte kaarten op en verkochten ze voor half geld.
Dr. Van Gortel wordt gekozen als voorzitter
In 1946 wordt de traditie van burgemeesters als ‘schaatsvaders’ doorbroken en wordt Dr. van Gortel als eerste huisarts gekozen, tot voorzitter. Er was voldoende ijs en er werden drie mannen afgevaardigd om in Loosdrecht te gaan rijden. Het was een jongen van Verheem en twee jongens van Bocxe. Helaas bakten ze er niet veel van en werden door het schaatspubliek uitgemaakt voor ‘turfrijders’. De heer Willem Vermey werd gekozen tot voorzitter van de commissie van kinderwedstrijden en deed dit vele jaren achtereen. De KNSB was mede door toedoen van de heer Jan Trouw na de oorlog voor 80% bijgedraaid en werd nu een overkoepelend orgaan. De baanvegers kregen nu een vergoeding van fl. 1,00 per uur. Het vroor zo hard, dat er op het Abcoudermeer grondijs ontstond. Helaas werden de vergaderingen nog immer slecht bezocht. Vermolen stelde ietwat bitter vast ‘dat Abcoude slaapt’. Er was maar één jongere op de vergadering aanwezig en dat was de heer Van Eck junior. De heer Jan Trouw wist zich nog te herinneren dat Jaap Eden op het Abcoudermeer had gereden. De heer van Eck zag graag dat er een revue over de afgelopen vijftig jaren van de Abcouder IJsclub werd gemaakt. Helaas was er te weinig documentatie en had de secretaris alleen globale notulen bijgehouden zonder bruikbare anekdotes. In het seizoen 1947/1948 was er geen beschaatsbaar ijs. De heer Pape beklaagde zich er over, dat er zo weinig leden de vergadering bezochten. De heer Storm wist de oorzaak wel, hij riep; ‘Abcoude is morsdood en met nog geen knuppel uit het hoenderhok te krijgen’. Dit was immers bij veel verenigingen het geval. Alleen als er voor fl. 40,00 aan drank geschonken werd bij Van de Kroon (Amsterdams Koffiehuis) kreeg men de Abcoudenaren ‘aan het schuiven’ stelde Storm vast. Commentaar was er altijd genoeg. De heer Storm vertelde de vergadering dat de saamhorigheid in Baambrugge veel beter was. Het spande er in die tijd om of de Abcouder IJsclub nog wel kon blijven bestaan. Het was de enige club waar een ieder terecht kon. Het werd een mislukte vergadering, niet wetende dat er acht dagen voor deze vergadering door de voorzitter Dr. Van Gortel (huisarts) geholpen was om een nieuwe kracht voor de vereniging op de wereld te brengen, en wel Ton Pepping. Op deze vergadering werd door M. Pander een konijn gewonnen, Jan Kolenberg won een fles jenever en de heer Valenkamp Sr. won een taart. In 1950 was er niet lang ijs.

Wedstrijdleiding Abcouder IJsclub bij wedstrijden op de Angstel aan de Molenweg
De jongeren weten de Abcouder IJsclub te vinden
In 1951 zijn er wél veel jongeren op de algemene ledenvergadering aanwezig en dit gaf het bestuur weer moed. Het ijsbaanmateriaal dat lag opgeslagen op de zolder boven de paardenstal van “De Eendracht” werd nu verplaatst naar de boerderij aan Meerweg, het bedrijf van de heer de Graaf de nieuwe materiaalcommissaris De heren Siem Albers en G. van Schaick werden aangesteld als baancommissaris en de heer Holla ging zich bemoeien met de kinderwedstrijden. Weer werd er gesproken over een landijsbaan en men ging onderzoeken of dit in de nieuwe uitbreidingsplannen gerealiseerd kon worden. De vrijwillige brandweer wilde men dan inzetten om de ijsbaan op te spuiten. Ook behoort de Ijsclub in 1951 tot het ‘Angstel-district’. De KNSB zat in geldnood dus moest elk lid fl. 0,05 afdragen.
Ook werd de route door de rivier de Holendrecht weer geopend, er was nu een viaduct gebouwd. De heren Stam en Trouw vertoonden films over ijsvermaak.

Start wedstrijd op de Angstel aan de Molenweg. De ijsclub was weer opgekrabbeld na de oorlogsjaren
Dorpsomroeper kondigt in 1952 een ijsclubvergadering aan
Op 9 december 1952 werd er door de dorpsomroeper een ijsclubvergadering aangekondigd. In deze vergadering werden de heren Kolenberg en Vermolen benoemd tot Erelid. De heer S. Albers zag graag een grote toertocht gehouden worden in onze streek (de eerste aanzet tot samenwerking). De winter viel vroeg in dit jaar en wel op 29 december 1952. Er werd elektrakabel voor de ijsbaanverlichting aangeschaft. Op de ledenvergadering kwam een vraag van één van de leden ‘hoe lang een korte baan moet zijn’. Helaas wist geen van de bestuursleden hier een antwoord op te geven. Waarop de vragensteller hen mededeelde dat zij alleen maar verstand hadden van sleetje rijden en onderlinge wedstrijden. De onderlinge samenwerking kwam ter sprake en de heer M. Pander zag wel wat in de samenwerking met de omliggende ijsclubs.
1953 eerste vergadering van de Samenwerkende IJsclubs in het Angstel- en Plassengebied
In 1953 werd er een eerste vergadering belegd met de omliggende IJsclubs in de “Wakende Haan” en werd de Samenwerkende IJsclubs in het Angstel- en Plassengebied een feit. In 1954 mocht er niet meer op de Fortgracht geschaatst worden in verband met militaire overwegingen.

Schaatstoerisme op de Angstel bij de Hulksbrug
Een landijsbaan kwam weer ter sprake en er werd heel wat af vergaderd over het organiseren van dorpentochten. In de vergadering van 1956 was er heel wat te doen over het slecht functioneren van een geleende installatie voor op de ijsbaan. Dit toestel bleek een geluidsinstallatie te zijn van de Abcouder Feestcommissie. Het buizentoestel voldeed niet in verband met de kou. Het vroor op 16 februari 26.6 graden celsius onder nul. De georganiseerde kinderwedstrijden waren een groot succes. Ook de priksleewedstrijden voor dames en de kortebaanwedstrijden voor mannen genoten grote belangstelling. Er was veel ijstoerisme en een drukke schaatstoertocht waar zelfs een lid van het Koninklijk huis en een Minister aan meededen (wie dat waren vermelden de notulen niet). De plaatselijke kruidenier Veerman van de 4=6 supermarkt gaf de koek en smul voor de halve prijs en dit werd zeer gewaardeerd. De winter van 1956/1957 was een zachte winter. Het bestuur zag graag een ijsbaas (ijsmeester) op het ijs die samenwerkte met de andere ijsbazen van de naburige verenigingen. De heer M. Pander vond men hiervoor niet zo geschikt want hij sloeg te veel eendenbijten. De heer Chris Albers werd gekozen, omdat hij in het gewestelijk bestuur zat en al veel ervaring had. Het nieuwe bestuur had als taak om met zijn helpers de organisatie goed op poten te zetten. Het bestuur uit die tijd bestond uit Dr. Van Gortel, M. Pander, de heer Storm (net overleden), Chris en Siem Albers, Joop Backer, W. Vermey, H. de Groot, B. Albers, B. Kolenberg, de heer Holla, de heer J. v.d. Peppel en Jan Trouw die tevens toercoördinator was. Men had toen een groot bestuur. In 1958 was er een voordelig saldo van fl. 378,48 in kas. Er kwam ook weer een mogelijkheid om op de Fortgracht te mogen schaatsen. Ook werd gesproken over een ijsbaan op het Gein want dat was voor de stedelingen een geliefd stuk ijs en men wilde een Geintocht organiseren. De IJsbaas hield zich aan zijn opdracht en zei dat eerst de gepachte ijsbaan op het Abcoudermeer in orde moet zijn, want waar haal je alle mensen vandaan om de banen te vegen.
In de notulen van 1957/1958 wordt voor het eerst gesproken over een gemotoriseerde veegmachine
De heer Knevel uit Driemond dacht aan een kleine tractor met schuif. Chris Albers zag wel wat in een gemotoriseerde rolbezem. Jan Trouw was van mening dat er bij een goed verzorgde baan veel toeristen zullen komen. Ook was hij er een groot voorstander van om ze dan een aandenken in de vorm van een penning te geven. Chris Albers wilde fl. 1.300,00 op tafel krijgen om een gemotoriseerde rolbezem aan te schaffen. Het was een raar ijsseizoen met veel onbetrouwbaar ijs. In 1959 kwam men met het voorstel om aandelen uit te brengen, om zo een rolbezem aan te schaffen. Ook werd er een voorstel gedaan om de rolbezem van de gemeente te huren. Dit winterseizoen was er geen ijs. Op 16 november 1960 werd Dr. Wiersma gekozen tot voorzitter en kreeg de ijsclub toestemming om de rolbezem van de gemeente te gebruiken.

Schaatswedstrijden voor de jeugd op het Abcoudermeer met op de achtergrond de Motex winter 1961/1962
In 1961 krijgt de Abcouder IJsclub de Kampioenschappen van het Gewest NoordHolland/Utrecht toegewezen
Er wordt voor het eerst gepraat over het aanvragen van een subsidie bij de gemeente, maar hier zag men toch maar vanaf. Het seizoen 1960/1961 is een kwakkelwinter. In het seizoen 1961/1962 was het dan eindelijk winter en op 28 december waren er de kampioenschappen van het Angstel-district (samenwerkende ijsclubs). De eerste plaats werd behaald door de heer A. Voorneveld, Tweede plaats de heer G. Holla, de derde plaats Ben van Beusekom en de vierde plaats A.v.d Grift. Ook was er een wedstrijd voor de dames. De eerste plaats werd gehaald door mevr. J. Pauw, tweede gedeelde plaats door mevr. Albers en mevr. Kolenberg en de derde plaats ging naar Riet Vermolen. De familie Determan verzorgde de koek-en zopietent op het Abcoudermeer en verrichte daarnaast al vele jaren hand-en spandiensten voor de ijsclub. De toertocht ging helaas niet door.

IJspret op de Angstel aan de Voordijk
Abcouder IJsclub geeft voor het eerst droogtraining en een druk winterseizoen 1962/1963
Onder leiding van de heer Joop Backer werd er voor het eerst droogtraining (zomertraining) georganiseerd. Er deden zo’n dertig jongeren aan mee. Het seizoen 1962/1963 was een druk seizoen voor de Abcouder IJsclub. Er werd een grote prestatietocht op het Abcoudermeer georganiseerd en dit was een groot succes. Helaas viel dit niet in goede aarde bij de omliggende ijsclubs (men was jaloers op de Abcouder IJsclub dat zij dit voor elkaar kregen). De Abcouder IJsclub zat weer goed bij kas, totaal fl. 1.635,38. Er waren flessen sterke drank bij Van de Kroon bij het Amsterdams Koffiehuis gehaald zonder dat het bestuur hier van af wist. Mevrouw Albers (tante Truus genoemd) heeft de hele winter achter de jongens aangehold met koffie en broodjes. Zij was de spil achter de hard werkende mensen op het ijs. Ook werden de banen voor wedstrijden en de grote Angstel- en Plassentocht met de jeep van de gebroeders Albers tot ver in de omtrek geschoven. Dit was zwaar werk en men reed nog al eens een schuif kapot, waarop Siem Albers weer moest uitrukken om er zorg voor te dragen dat het materiaal in een snel tempo werd hersteld. De veegploeg bestond uit Cor v.d. Pol, Joop Backer en Co van Havekotte. Inmiddels was het ijs niet meer met normale schuiven schoon te krijgen. Bij Smederij Prins werd van stalen balken een V vormige schuif gelast en met geweld werd er een baan getrokken. Dit trok veel schaatsliefhebbers, waaronder Henk v.d. Grift en Gerben Karsten die allebei bij de familie Albers overnachten. Het was dan ook een strenge winter met veel wedstrijden, veel ijs en ook veel sneeuw. Tot ver in maart 1963 lag er nog ijs. In november 1963 was er een filmavond over het schaatsgebeuren in het Amsterdams Koffiehuis en Henk v.d. Grift was gastspreker. De avond werd druk bezocht.
Domeinen geeft toestemming om weer te mogen schaatsen op de Fortgracht
In 1964 mocht de Abcouder IJsclub weer officieel op de Fortgracht Schaatsen, dit door toedoen van ZKH Prins Bernard, men is hier tien jaar met ondersteuning van Burgemeester Knoppers en Jan Trouw mee bezig geweest. Men zag bij Domeinen toch wel in dat men de Abcoudenaren niet van de Fortgracht kon afhouden, want zo gauw er ijs was werd er daar geschaatst. Het seizoen 1963/1964 werd omschreven als een kwakkelwinter. De heer M. Pander trad na 35 jaar trouwe dienst af. Zijn leeftijd was 70 jaar en hij werd benoemd tot erelid. De heer Rien Nouwen volgde hem op. Bab Eikelenboom wilde meer muziek en amusement op het ijs, maar vooral was hij een groot voorstander van ‘zwieren ’ (een vorm van schoonrijden). Hij was dan ook regelmatig op het ijs te vinden om zijn zwierkunst te tonen.

Ruud Albers op de Harley Davidson op het Abcoudermeer
Abcouder IJsclub nu ook actief met schaatstraining op de Jaap Edenbaan
Op 15 november 1965 waren er 32 personen op de vergadering aanwezig. Ook waren er nu 20 leden actief met schaatstraining op de Jaap Edenbaan. Er volgde een aantal jaren met winters zonder beschaatsbaar ijs. In 1967 vertrok de Fortwachter de heer v.d. Wulp en werd opgevolgd door de fam. Souwer die warme voorstanders waren van goede samenwerking met de Abcouder IJsclub. Op 30 december 1969 trad de Heer Holla af en werd opgevolgd door Ton Pepping, die het materiaal onder zijn beheer nam. Hij was al vanaf 1963 actief op het ijs bij de ijsclub. Het materiaal werd verhuisd van de boerderijzolder van dhr. de Graaf aan de Meerweg, naar de zolder boven de tot kantine verbouwde genieloods van de Stichting Viscentra Gehandicapten aan de Fortgracht. Op 1 Februari 1968 is de Harley Davidson ijsveegmachine aangeschaft en stond klaar om ingezet te worden. Op 1 januari 1970 werd de nieuw aangeschafte verlichting geplaatst op stalen mastvoeten die toen nog in de Fortgracht stonden. Dit trok veel publiek. De Harley Davidson werd ingezet en zakte al rap door het ijs. De gebroeders Albers lieten de motor bergen en repareren. In 1973 werd Henk Potharst secretaris en kwam Johan Ostendorf in het bestuur. In 1974 bestond het bestuur uit Dr. C. Wiersma (voorzitter), de heer H. Potharst (secretaris) en de heer van Rossum (penningmeester), A. Pepping, J. Ostendorf, J. Backer en T. de Haan.
Periode 1975 – 2020

Uitreiking door burgemeester Divendal van de Koninklijke Erepenning aan het bestuur van de Abcouder IJsclub. Foto Marco Bakker
125 jaar Abcouder IJsclub bij Koninklijk besluit onderscheiden met de Koninklijke Erepenning
De Abcouder IJsclub heeft een lange, rijke historie. Aan de hand van mondelinge verhalen, notulen en jaarverslagen van de vereniging, wordt onderstaand een poging gedaan het verleden te reconstrueren. Onderstaand volgt deel 2 over de periode 1975 tot heden.
Seizoen 1975-1976. Eindelijk weer een winter met vorst van betekenis.
In januari 1976 hadden we na een lange periode van geen natuurijs eindelijk weer vorst van betekenis. Dit leidde tot grote drukte en activiteiten. De Samenwerkende IJsclubs in het Angstel en Plassengebied kwamen in vergadering bijeen om de ijsdiktes te bespreken en op zondag 1 februari 1976 werd er een schaatstoertocht gereden gevolgd door twee tochten op 4 en 7 februari. De tocht van 8 februari moest door ongunstig weer worden afgelast. De ijsbaan op de Fortgracht was een groot succes ondanks de niet-optimale verlichting. Vele schaatsliefhebbers werden lid van de vereniging. Voor de schooljeugd werden er schaatswedstrijden georganiseerd, van elke school mocht een afvaardiging van vier jongens en vier meisjes mee dingen om te strijden voor de Henk van de Grift Wisselbeker. Theo Baltissen verzorgde het geluid. Ook de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis was aanwezig, maar hoefde niet daadwerkelijk in actie te komen. De Paulusschool won de wisselbeker, op de tweede plaats de Manse, derde plaats de Nellestein, vierde plaats de Christelijke Nationale School en op de vijfde plaats eindigde de Piusschool. Al met al eindelijk weer een geslaagde schaatswinter.
Het seizoen 1976-1977 was een seizoen waar het natuurijs het weer liet afweten. Wel gingen er dit seizoen met een extra lijnbus 35 kinderen naar de Jaap Edenbaan onder leiding van Tilly Minnee, Wim en Gert Verbree, Johan Ostendorf, Lia Pepping en Marijke Bakker. Het jeugdschaatsen kreeg steeds meer belangstelling.

Harm Verhoef op de Harley Davidson die is omgebouwd als veegmachine voor de Abcouder IJsclub
Het seizoen 1977-1978 was een korte winter van een week, maar zeer geslaagd. Het jeugdschaatsen werd georganiseerd op de landijsbaan Baambrugge. Op het Abcoudermeer werd een ronde van 1 km uitgezet en maar liefst 230 schaatsliefhebbers deden mee aan deze wedstrijd over tien ronden. Dit seizoen was er in de vergadering een discussie over de Harley Davidson de omgebouwde veegmachine. Verkopen of niet? Uiteindelijk werd er besloten tot niet verkopen, wat achteraf een wijs besluit was. Ton Pepping had een kleine tuindersfrees omgebouwd als veegmachine zodat men eerder het ijs op kon.
Seizoen 1978-1979 het begon vroeg in het seizoen te vriezen en op 6 januari 1979 werd de Botsholtocht (Abcoude, Waver en Ouderkerk a.d. Amstel) verreden. Maar liefst 1159 deelnemers reden deze tocht van 30 km. Verder waren er kortebaanwedstrijden voor zowel leden als niet-leden. Op 8 januari was er weer een Botsholtocht en kon men helemaal rond. Er deden hier 1296 deelnemers aan mee. Naast de kortebaanwedstrijden werd er ook weer door de scholen om de Henk van der Griftbeker gestreden en de Paulusschool won wederom de wisselbeker. Een goed schaatsseizoen met veel ijs, maar ook veel sneeuw en de veegploeg heeft zijn hart op kunnen halen. Voor de veiligheid had de ijsclub een noodbrug naar de Jacob van Gasbeeklaan gelegd. Ook het Jeugdschaatsen was weer een groot succes.
Seizoen 1979-1980 een mooi jubileumjaar met een echte winter
De Abcouder IJsclub vierde op 19 januari 1980 haar 85 jarig bestaan met een groot feest in het Amsterdams Koffiehuis. Het moet een geweldige drukte geweest zijn: bij Koekenbier werd gestart voor een tocht waaraan op die zaterdag zo’n 1500 deelnemers van start gingen. Zaterdagmiddag werden er voor de jeugd films gedraaid. Naast de onverwoestbare Popeye, werden er films gedraaid over de Elfstedentocht van 1963 en de ijskoningin Sjoukje Dijkstra. S’avonds was er muziek met de band Second Life, Disco Adje en een rad van avontuur onder leiding van Huub Pepping in Pandjesjas en Hoge Hoed. Een stijlvol feest dus, dat verder nog werd opgeluisterd door de carnavalsvereniging, die onder muzikale omlijsting van de Geinpiepers aan het bestuur de Orde van de Botsholtocht uitreikte. Het feest ging door tot in de kleine uurtjes en vroeg in de ochtend werd er al weer gestart voor de Botsholtocht met zo’n 3000 deelnemers.

Klunen bij het oude viaduct van de A2 over de Holendrecht bij de Voetangelweg
Het seizoen 1980-1981 was er geen ijs, een echte kwakkelwinter met een beetje kou, veel mist. Alleen het jeugdschaatsen op de Jaap Edenbaan vond doorgang. In december 1980 overleed de heer Menno Pander, erelid van de AIJC, die in 1929 secretaris werd van de ijsclub en dat maar liefst 35 jaar volhield! In 1981 bestond de KNSB 100 jaar.

IJspret op het Abcoudermeer
De winter valt vroeg in
In het seizoen 1981-1982 sneeuwde het al voor de Kerst. Op 19 december 1981 werd het jeugdschaatsen op de Fortgracht georganiseerd en op 20 december was er een grote 10 rondentocht op het Abcoudermeer. De Harley Davidson draaide zijn rondjes om de kortebaanwedstrijden voor jong en oud te laten doorgaan. Na een korte dooiperiode begon het in januari weer te vriezen en konden alle scholen hun krachten meten op de kortebaan. Deze keer won de Piusschool. De Henk van de Grift beker was inmiddels gewonnen door de Paulusschool en er werd een nieuwe beker ter beschikking gesteld: de Simon Albers Trofee. Het bleef vriezen en het ijs op het Abcoudermeer bereikte een dikte van maar liefst 20 á 25 cm en op 16 januari werd er een Botsholtocht verreden, waaraan 1700 deelnemers van start gingen. In het begin was het een prachtige tocht, maar in de loop van de dag viel de dooi in. Er moest meer en meer gekluund worden en voor de latere starters werd de tocht een ware marteling. In dit seizoen werd er voor het eerst bij het jeugdschaatsen een prestatiekaart uitgereikt.
In het seizoen 1982-1983 was er geen vorst in Nederland. De gemiddelde wintertemperatuur was maar liefst 6 graden, zodat deze winter met die van 1921 en 1956 als een van de zachtste winters in de recordboeken van het KNMI verdween. Er was een zeer korte vorstperiode, maar dit leidde slechts tot zeer onbetrouwbaar ijs. Met behulp van de politie konden de medewerkers van de ijsclub de mensen van het ijs sturen om ongelukken te voorkomen. Alleen de jeugdschaatsers konden elke week hun hart ophalen op de Jaap Edenbaan. 147 senioren zochten hun heil op 10 april in een fietstocht die de toerclub samen met de ijsclub organiseerde. Om iets van de ijs-sfeer te behouden waren er stempelposten en zelfs een Koek en Zopie! In 1983 ging de eerste zomertraining van start met 7 deelnemers.
In het seizoen 1983-1984 was er veel neerslag en storm, op 13 en 14 januari zelfs zware storm die voor de nodige problemen zorgde. Op 23 januari 1983 is er een verkeerschaos door de sneeuw. Gelukkig kon er ook nog kort op de Fortgracht worden geschaatst, die inmiddels nieuwe verlichting had gekregen. Op 30 januari worden de clubkampioenschappen verreden in de categorieën C, D, Jongens en Meisjes. Op 8 april weer een fietstocht, deze keer in de richting Nigtevecht en Vreeland. Wederom is er een zomertraining en nieuw dit jaar was de wintertraining voor de wat oudere jeugd.

IJsfeest voor de scholen 17 januari 1985 in het kader van 900 jaar Abcoude-Baambrugge
Abcouder IJsclub bestaat 90 jaar
Het seizoen 1984-1985 was een druk seizoen want de Abcouder IJsclub vierde haar 90 jarig jubileum met een prachtig ingerichte wintertentoonstelling. Het motto was ‘IJsvermaak en Winterpret, vroeger en nu’ en het werd gehouden in de showroom van het autobedrijf van Peter en Ruud Albers aan de Koppeldijk. Er waren onder meer antieke schaatsen, oude foto’s en een diavoorstelling te zien. Maar ook een prachtig winterlandschap. Op 12 januari regende het nog warm water, maar daarna begon het te vriezen en kort daarop konden de schoolwedstrijden verreden worden. De Piusschool won de Simon Albersbeker.
Op 17 januari was er een groot IJsfeest op het Abcoudermeer, waaraan alle lagere scholen meededen in het kader van Abcoude-Baambrugge 900 jaar en werd er weer eens een 10-rondentocht gereden. Op 26 januari was het jubileumfeest. Begin februari vroor het weer en op 16 en 17 februari werden de Angstel en Plassentocht verreden die 5400 deelnemers trokken. Op 21 februari werd onder grote belangstelling de Elfstedentocht verreden. Onder degenen die de tocht volbrachten een aantal leden van de AIJC, waaronder ons bestuurslid Teunis de Haan. Het jaar werd afgesloten met een feest voor alle medewerkers in de Fortgrachtkantine.

Ringsteken met arrensleden op 3 maart 1986 op het Abcoudermeer
Seizoen 1985-1986 was een bijzonder seizoen voor de Abcouder IJsclub
1985-1986 zou een bijzonder seizoen worden. Het ging pas laat vriezen, maar het ijs zou van 3 februari tot ver in maart beschaatsbaar blijven! Het jeugdschaatsen vond enige malen achtereen plaats op de Fortgracht en altijd was er warme chocolademelk toe. Ook ’s avonds veel ijspret voor de jongeren op de Fortgracht waar aan disco To-Do zijn steentje bijdroeg. Veel ijs, dus ook veel activiteiten: op 9 februari een marathon op het Abcoudermeer, op 14 februari een afvalwedstrijd op de Fortgracht en schoolwedstrijden die door de Piusschool werden gewonnen op 21 februari werd een fakkeloptocht gehouden op het Abcoudermeer en op 22 februari een priksleewedstrijd tegen Baambrugge, die door Baambrugge gewonnen werd. In de periode van 12 februari t/m 3 maart werden maar liefst 24 toertochten verreden door de Samenwerkende IJsclubs. De Geintocht kon helaas door de drooggemalen sloten niet doorgaan. Ook werd de bom bij de Hulksbrug geruimd (waarover elders in deze kroniek meer). Voor Ton Pepping was het als secretaris van de Samenwerkende IJsclubs een zwaar seizoen. Zo’n 24.000 toerrijders reden al deze tochten uit en moesten voorzien worden van een medaille die per post opgestuurd moest worden. Huize Bakker zag er weken lang uit als een hulppostkantoor. Het was me het jaartje wel en op de valreep werd er op 3 maart nog ringsteken met arrensleden op het Abcoudermeer georganiseerd. Toen het eenmaal ging dooien was er niemand die daar geen vrede mee kon hebben. Op Hemelvaartsdag werd er nog een gezinsfietstocht georganiseerd.

Marathon op het Abcoudermeer
Seizoen 1986-1987 weer een ouderwetse winter
Er was veel werk verzet om al het materiaal weer in een topconditie te hebben. Er hadden zich 91 jeugdschaatsers aangemeld en de ijsclub was genoodzaakt om een verlengde bus in te schakelen. Ook de trainingsgroep bereikte een record-omvang van 30 man. De winter viel in; het werd een jaar met schoolwedstrijden. De nieuwe beker, de Menno Pander-beker, werd meteen door de Piusschool gewonnen. Ook dit jaar weer toertochten en een marathon op het Abcoudermeer. Toen alles voorbij was en alle materialen weer waren opgeborgen, ging het weer vriezen en kon alles weer worden uitgepakt. In totaal reden er 15.000 toerliefhebbers mee in allerlei tochten. Op 4 februari waren er ook weer priksleewedstrijden, maar de annalen vermelden niet wie er gewonnen heeft.
Er volgen weer vier ijsloze winters maar er werd veel georganiseerd
Na twee superwinters moest de ommekeer wel weer komen. Het seizoen 1987-1988 was een zachte winter met een gemiddelde van 5 graden Celsius. Nauwelijks het ideale weer voor de 200 km-tocht die men graag eens zou willen verrijden en waarvoor in Vinkeveen een 40 meter lange ‘hang-kluunbrug’ gemaakt werd. Naast het Jeugdschaatsen en de Trainingsgroep was er nu ook een skeelergroep en werden de eerste contacten gelegd met de sponsor. Dit was Sport- en Fietshuis Albers in Abcoude en Breukelen, die in het seizoen 1988-1989 fraaie trainingspakken ter beschikking stelde. Dat was dan ook het enige echte wapenfeit voor dat seizoen, dat helaas geen natuurijs opleverde.

Sponsoring door Fiets en Sporthuis Albers
Het seizoen 1989-1990 was ook al ijsloos, maar er gebeurden wel een aantal belangrijke zaken. Zo draagt de Dienst Domeinen het Fort over aan de Gemeente Abcoude dat voor 450.000 gulden eigenaar wordt en alle rechten en plichten tevens overnam. De Abcouder IJsclub mocht er dus blijven schaatsen, de Stichting Viscentra Gehandicapten kon er blijven hengelen. Er worden rondleidingen over het Fort georganiseerd door de Abcouder IJsclub in samenwerking met de Vrienden van het Dorp. Er komen totaal zo’n 1500 bezoekers op af. In dit seizoen vond de Eerste Abcouder Triolon plaats in samenwerking met de Toerclub, de Voetbalclub en de Meerkoeten. Het zijn allemaal pleisters op de wonde van het niet kunnen schaatsen op natuurijs of op de Jaap Edenbaan, die langere tijd dicht is vanwege renovatie. De trainingsgroep viel daardoor uiteen, omdat men op verschillende uren in Utrecht zijn heil ging zoeken. Maar een Fietsweekend in Limburg en een bezoek aan Heerenveen, maken het seizoen een beetje goed. Op 29 januari trad na een bestuursperiode van 29 jaar Dr. Wiersma af als voorzitter. Namens de KNSB spelde de heer Portengen hem een onderscheiding op. De AIJC benoemde hem tot erelid en benoemde Marijke Bakker als zijn opvolger. Op 27 januari werd het 95-jarig jubileum gevierd in Koekenbier met een feestavond voor de senioren en een feestmiddag voor de junioren. In juni werd er een fietstocht van 200 km georganiseerd, langs de Stelling van Amsterdam. In Abcoude gingen er 17 personen van start. Meer deelnemers trok de kleinere tocht die door nog al wat gezinnen werd meegereden, ook al omdat de Forten konden worden bezocht.

Voorzitter Dr. C. Wiersma neemt afscheid als voorzitter van de Abcouder IJsclub
In het seizoen 1990-1991 laat de winter zich weer zien
Dit seizoen leverde natuurijs op van matige kwaliteit. Omdat men ook weer eens te snel het ijs op ging, waren er vele afzettingen en scheuren. Op 9 en 10 februari werd overal geschaatst en namen 6000 schaatsliefhebbers deel aan een toertocht. Doordat er veel sneeuw viel werd er veel geëist van het materiaal. Voor het eerst was de Fortgracht rondom verlicht. De trainingsgroep was weer bijeen, er werd geskeelerd en er was weer een fietsweekend. De Triolon sneuvelde om financiële redenen, maar de tocht langs de Stelling van Amsterdam ging door. Ook de Priksleewedstrijd vond weer plaats met wederom winst voor Baambrugge.
In het Seizoen 1991-1992 waren er maar twee dagen natuurijs. Het jeugdschaatsen telt 92 kinderen en er kwam een speciaal jeugdtrainingsuur op de vrijdag voor de jeugd onder leiding van Elly van Leeuwen. De AIJC werd blij verrast met een cheque van 500 gulden namens de Stichting Autocross Abcoude.

Groepsfoto van het jeugdschaatsen op de Jaap Edenbaan
Het seizoen 1992-1993 bracht ook maar een korte periode natuurijs. Er kon geschaatst worden op het Abcoudermeer en de Fortgracht. Op het moment dat men de draaiboeken voor het schoolschaatsen weer uit de kast wilde pakken, viel de dooi in. Nog een avond pret en het was over. De optimisten hielden vol dat er nog een vorstperiode zou komen. De lampen bleven staan, maar konden aan het eind van het seizoen ingepakt worden zonder dat ze nog hadden gebrand. In deze winter werd de vereniging opgeschrikt door het overlijden van onze leden Willem van de Wijngaard en zijn zoon Mark. Tijdens een stormachtige wandeling op de Pier van IJmuiden sloegen zij door een onverwachte golf van de Pier af en verdronken. Nieuw in dit seizoen waren de zomertraining voor de jeugd, het instellen van een recreatie-uur door Abcoude/Baambrugge en het verschijnen van de nieuwsbrief, die heet van de naald verslag doet van diverse wedstrijden.
Het seizoen 1993-1994 kende twee periodes van natuurijs. Een zeer vroege in november en een in februari. In november moesten er eerst palen met stalen betonmatten uit de gracht worden gehaald voordat er daadwerkelijk geschaatst kon worden. Door warmte geleiding vroor het water hier boven niet dicht. Er werd door de gemeente snel ingegrepen en de volgende dag kon er geschaatst worden. Voor de schooljeugd werden er kortebaanwedstrijden gehouden die zeer succesvol verliepen. De stemming zat er op de Fortgracht ’s avonds goed in, dankzij een perfecte koek- en zopie, muziek en enthousiaste ijsmeesters.
In het seizoen 1994-1995 bestaat de Abcouder IJsclub 100 jaar

1994-1995 wordt Heineken’s Schoonmaakbedrijf Amsterdam de nieuwe sponsor. Foto Fem van Duuren
Het seizoen begon goed met de verwelkoming van onze nieuwe sponsor: Heineken’s Schoonmaakbedrijf uit Amsterdam. De diverse trainingsgroepen waren inmiddels gewend aan de zwart-witte jacks. De trainingsgroep bestond inmiddels uit leden van Abcoude en Diemen. De samenwerking met Baambrugge, die een aantal moeilijke momenten doormaakte, werd in 1993 definitief gestopt. Op 14 januari 1995 was er een groot jubileumfeest wegens het 100 jarig bestaan van de Abcouder IJsclub in Restaurant Koekenbier, waar onder meer een receptie en de huldiging van ondergetekende plaatsvond omdat ik al 25 jaar deel heb uitgemaakt van het bestuur van de Abcouder IJsclub. In de middag was er een prachtig programma voor de jeugd en in de avond voor de ouderen en in de bovenzaal voor de jeugd. Ieder lid had een lot gekregen en de hoofdprijs was een wintersportvakantie. Er waren ruim 600 personen aanwezig en het dorpsfeest duurde tot in de kleine uurtjes. De winter liet zich helaas niet zien, wel hadden veel ondernemers hun etalages met winterse taferelen versierd. Het jeugdschaatsen was een groot succes. De zomertrainingen werden georganiseerd in het park rondom de Gaasperplas, maar ook in het recreatiegebied ‘De Hoge Dijk’ onder leiding van Elly van Leeuwen.

Kortebaanwedstrijden voor de jeugd op de Fortgracht Foto, Henk de Graaf
Voor de Abcouder IJsclub begon het seizoen 1995-1996 al vroeg met veel ijspret
Het seizoen 1995-1996 werd een seizoen met veel natuurijs dat al voor de kerst begon met een eerste ijsperiode die tot ver in februari stand hield. Desondanks vielen de Elfstedentocht en de georganiseerde afvalrace op het Abcoudermeer in het water. Op 2 januari en 9 februari waren er zeer geslaagde kortebaan-wedstrijden en zowel op de ijsbaan van Abcoude en Diemen werden vele wedstrijden afgewerkt. Abcoude won dit seizoen de priksleewedstrijden van Baambrugge. Op 11 maart vonden in Thialf wederom recordwedstrijden plaats. Er werden onder toeziend oog van de sponsor vele persoonlijke records naar de geschiedenisboeken verwezen. Er waren dan ook enorme prestaties van Jos Eveleens, Erwin Ostendorf, Gerbrand Schuurman en Tom Hoekstra. Maar ook bij de senioren waren er sterke prestaties van Alex Gijsen en Jan Uyttewaal. Ook bij de dames waren prima resultaten van Birgit Witte, Melissa Sloot, Petra Albers en Jozien Vedder. Het seizoen werd op 16 maart met een gezamenlijke bijeenkomst van de Abcouder- en Diemer IJsclub afgesloten. De Simon Albers wisselbeker werd (wederom) gewonnen door Birgit Witte. Tom Hoekstra ging er bij de jongens met een beker vandoor. Bij de veteranen werd Johan Ostendorf winnaar van de Crack Wisselbeker en pakte Alex Gijsen voor de tweede maal achter elkaar de Piet Scaeffer Wisselbeker. Ook het jeugdschaatsen genoot veel belangstelling en 92 kinderen gingen met een geleden bus naar de Jaap Edenbaan. Er was inmiddels een wachtlijst van 25 kinderen omdat er niet meer dan 92 plaatsen waren toegewezen. De zomertraining werd druk bezocht en voor het eerst werd er een nieuwsbrief na afloop van het seizoen met alle uitslagen uitgegeven.
Eindelijk weer een Elfstedentocht en een overweldigende Botsholtocht
Het seizoen 1996-1997 stond in het teken van natuurijs met een Elfstedentocht en een Botsholtocht welke door ruim 10.000 geregistreerde enthousiastelingen werd verreden. Er was een grote afvalrace op het Abcoudermeer. De natuurijsmensen hadden het erg druk met de verzorging van de ijsbanen op het Abcoudermeer en de Fortgracht. Op de natuurijsbanen van Abcoude en Diemen werden vele wedstrijden afgewerkt. Op 8 maart mochten alle clubkampioenen meedoen aan het Kampioenschap van Amsterdam. Er sneuvelde vele persoonlijke records. Op 10 maart vonden er weer wedstrijden in Thialf plaats onder toeziend oog van meegereisde ouders en bekende. Er was er veel hulde voor de starter Roel Poster en de juryleden Nel Ostendorf, Lia Pepping en Monique Poster. Maar ook voor Elly van Leeuwen die verantwoordelijk was voor de algehele organisatie. Op 15 maart werd het seizoen in Abcoude afgesloten. Het jeugdschaatsen zit nog steeds in de lift en de ijsclub hoopt dat er meer plaatsen vrijkomen voor de Abcouder IJsclub op de Jaap Edenbaan. Ook was er de traditionele filmmiddag met diploma-uitreiking.

Kortebaanwedstrijden schaatstrainingsgroep Abcoude-Diemen op de Angstel 1996
Het seizoen 1997-1998 was een seizoen met matig winterweer en zonder een periode met natuurijs en men moest zijn toevlucht zoeken op de kunstijsbaan. Het sportieve hoogtepunt was het clubkampioenschap op 25 januari. Het was die dag extreem koud met een extreme wind. Er werden dan ook amper persoonlijke records gereden. Op 9 maart werd dit ruimschoots goed gemaakt in Thialf. Erwin Ostendorf en Birgit Witte presenteerde zich op diverse Nederlandse Kampioenschappen en plaatsten zich voor de baanselectie. Het seizoen werd weer gezamenlijk met de Diemer IJsclub afgesloten. Rianne de Groot won dit keer de Simon Albers Wisselbeker en bij de jongens won Vincent Borgdorff de A.IJ. C Wisselbeker. Bij de veteranen won Jan Strubbe en de Piet Schaeffer Wisselbeker ging naar Pim Bonstra. Er mochten dit seizoen 96 deelnemers meedoen aan het jeugdschaatsen. Ook de zomertrainingen werden druk bezocht.

Werkmateriaal Abcouder IJsclub staat klaar op de Angstel

Marcel van Schaick, Ton Pepping en Jan Rietveld
De winters worden minder streng, maar gelukkig heeft de ijsclub een prima reserve opgebouwd
Het seizoen 1998-1999 begon vroeg en men kon even genieten van het natuurijs op ondergelopen landerijen en sloten. Het ijs werd niet dikker dan 5 cm. De rest van het seizoen was het erg mager winterweer. Alles vond plaats op de Jaap Edenbaan en op 8 maart in Thialf. De zomertraining in het Amsterdamse bos werd druk bezocht. De sponsor had zich terug getrokken en de ijsclub heeft zelf sweatshirts aangeschaft voor de herkenbaarheid. Volgens de penningmeester Ton Pepping was dit geen probleem omdat de ijsclub goed bij kas zat en er een prima rente opbrengst was. Ook de vele toertochten hebben er de afgelopen jaren voor gezorgd dat het vermogen was op gelopen tot fl. 45.526,11 Maar ook bleven de gezinnen de vereniging goed ondersteunen. Er zijn tijden geweest dat dit anders was. Er werd een stempelautomaat aangeschaft zodat de medailles gelijk voorzien van datum en afstand meegegeven konden worden. Maar deze is tot op heden nog niet ingezet. De winters worden steeds minder streng en zijn van korte duur. Op 17 juli 1999 overleed, vriend van de ijsclub, op 71 jarige leeftijd, Jan Rietveld. Ome Jan zoals hij altijd genoemd werd was altijd aanwezig als trouwe stempelaar in de caravan op het Abcoudermeer. Ook heeft hij jarenlang met zijn vrouw Nel de kantine van de Stichting Viscentrum Gehandicapten gerund als de ijsbaan open was.
Het seizoen 1999-2000 gaat de boeken in als een zeer slechte winter voor de natuurijsliefhebbers. Alles vond plaats op de kunstijsbaan. Het jeugdschaatsen krijgt nog steeds veel animo en wie weet komt er uit deze groep nieuw toptalent zoals Sicco Janmaat die het afgelopen seizoen sterk naar voren is gekomen binnen de nationale en internationale schaatswedstrijden. Er dreigt een tekort te ontstaan aan vrijwilligers bij de natuurijsclubs bij het organiseren van schaatstoertochten. De vereniging had dit seizoen 650 gezinnen die de vereniging ondersteunden. Het bestuur bestond uit Voorzitter: Marijke Bakker-Dijkstra, Secretaris: Ben Wassink, Penningmeester: Ton Pepping, Bestuursleden: Arie Fokker, Wilm Smink, Hans Berkhout en Evert Schuurman.
Marijke Bakker-Dijkstra neemt afscheid als voorzitter van de Abcouder IJsclub

Onze voorzitter Marijke Bakker-Dijkstra op inspectie Botsholtocht
Marijke was al vanaf 1980 actief bezig met de ijsclub, is in 1984 in het bestuur gekomen en werd in 1989 gekozen als voorzitter. In deze 20 jaar heeft ze heel wat meegemaakt, vele strenge winters met veel toertochten. Het stokje werd overgegeven aan Hans van Goolen. In 2005 moest Hans er echter om gezondheidsreden mee stoppen en nam Arie Fokker het voorzittersstokje over. De winters lieten het steeds meer afweten, maar als er ijs was stond de ijsclub paraat en was de ijsbaan open. Ook het materiaal werd goed in conditie gehouden. In 2011 kon er onverwacht toch nog een kleine dorpentocht georganiseerd worden tussen Abcoude en Baambrugge en was het een gezellige drukte op de Fortgracht met muziek van Radio Rosa en verschillende diskjockeys. In 2006 stopte Ton Pepping als bestuurslid en nam Jan de graaf het penningmeesterschap over. Achter de schermen was hij samen met Harm Verhoef nog altijd actief betreffende het onderhoud van het materiaal, maar kan hij het ook niet laten om als oud ijsmeester het ijs te keuren. Ook de schaatstrainingsgroep ging in 2011 op in een nieuwe vorm genaamd Gobad en houdt tot 2018 stand.
Het landje van Boer Bart
Achter de Paulusschool aan de Burg. Dedelstraat ligt het landje van Boer Bart en Bart de Vries kwam in 2007 op het idee gezien de kwakkelende winters om daar een landijsbaan te creëren. Hij liet er een dijkje om leggen en als er vorst in de lucht zat kwam Ton Zeldenrijk met de pomp om het onder water te zetten. Het was een mooie grote landijsbaan. Helaas kwam er op een groot gedeelte van dit landje een kinderopvang met parkeerplaatsen. De landijsbaan werd hierdoor een stuk kleiner, maar vooral de jongere jeugd vermaakt zich prima op dit leuke kleine landijsbaantje. De Abcoude IJsclub zorgde er voor dat het baantje sneeuwvrij werd gemaakt.

De landijsbaan van Boer Bart aan de Burg. Dedelstraat achter de Paulusschool
Vier IJsverenigingen steken de koppen bij elkaar
Op 24 maart 2016 is er met vier ijsclubs in het Dorpshuis De Vijf Bogen in Baambrugge een grote vergadering geweest om nauwer met elkaar te gaan samenwerken betreffende de schaatstrainingen. Helaas is dit mislukt. Ook de winter liet het óf steeds meer afweten óf was van zeer korte duur en er zijn dan ook geen toertochten meer onder de vlag van de SWIJ georganiseerd. In de ledenvergadering van november 2017 gaf de Abcouder IJsclub aan dat zij met de jeugd en het licentieschaatsen stoppen door de dalende belangstelling en gebrek aan opvolging is er voor deze optie gekozen. In 2018 was er toch weer een groepje ouders onder leiding van Willem van de Burk die aangaven het jeugdschaatsen nieuw leven in te willen blazen. Zij kwamen met een goed plan en het jeugdschaatsen op de Jaap Edenbaan viel weer onder de vlag van de Abcouder IJsclub die zich opmaakte voor het 125 jarig bestaan in 2020. Toch nog heel onverwacht begon het in 2018 te vriezen en binnen een paar dagen schaatste men op het Abcoudermeer en door het hele dorp heen. Er waren twee dagen vol ijsplezier. Helaas was de winter net te kort om de Fortgracht te openen.
Abcouder IJsclub bestaat 125 jaar en krijgt bij Koninklijk Besluit de Koninklijke Erepenning uitgereikt

Jubileum 125 jaar Abcouder IJsclub op het Fort Abcoude. Foto: Marco Bakker
Het jubileum werd gevierd op het Fort Abcoude met op 25 januari 2020 een receptie voor genodigden, een prachtige tentoonstelling en een filmvoorstelling betreffende 125 jaar Abcouder IJsclub. Harm Verhoef en Ton Pepping hadden er veel werk van gemaakt om terug te blikken op deze periode. Het was een grote verrassing dat burgemeester Divendal in zijn toespraak met de mededeling kwam dat hij bij Koninklijk Besluit de Koninklijke Erepenning uit mocht reiken aan de Abcouder IJsclub. Vol trots nam het bestuur dat bestaat uit de voorzitter: Arie Fokker, penningmeester: Jan de Graaf, secretaris: Henk Hagen en de bestuursleden: Hans Berkhout en Marco Bakker, deze erepenning met bijbehorend oorkonde in ontvangst. Op zondag 26 januari was de tentoonstelling voor het publiek geopend en waren er zelfs drie Harley Davidsons ijsveegmachines te bewonderen. Er waren veel belangstellende op het jubileum afgekomen en er was koek en zopie tent waar een ieder getrakteerd werd op een hapje en een drankje. Ook het filmzaaltje trok weer veel belangstelling en maakte veel winterse verhalen uit het verleden los. Op 1 februari was er voor de jeugd door het dorp een speciale uitgezette 11-stedenpuzzeltocht. Ook hier was veel belangstelling voor en ook de tentoonstelling en het filmzaaltje was geopend. De Abcouder IJsclub kan dan ook terugkijken op een mooi jubileumjaar.

Tentoonstelling 125 jaar Abcouder IJsclub in de kazerne Fort Abcoude. Foto: Marco Bakker
- Opgemaakt uit de notulen van de Abcouder IJsclub, door Ton Pepping
- Fotomateriaal: archief Abcouder IJsclub, fam. Trouw